Skip to main content
11 mei 2021

De volgende generatie kan het verschil maken

In de kerkgeschiedenis zien we dat jongeren voorop gingen in een bloeiende kerk. Het is belangrijk dat oudere generaties hun ook nu de ruimte geven om verschil te maken.

Op de vrijdagavond van de Pinksterconferentie 2006 sprak Bill Wilson. Bill is een ware geloofsheld, die in de jaren 80 in de harde achterbuurten van New York een kinderkerk stichtte waar wekelijks tienduizenden kinderen op afkwamen. Ik had zijn boeken gelezen en zelfs zijn project in New York eens bezocht. Voor mij was hij een groot voorbeeld. En nu was hij als spreker voor Opwekking naar Nederland gekomen, misschien wel om voor altijd mijn hart te veranderen.

Levensveranderend

Vanaf mijn zeventiende was ik ieder jaar een aantal weken of maanden in Tennessee, Amerika, te vinden, waar ik zelf in een kleine achterstandswijk zendingswerk deed. Daar werd ik voor het eerst in mijn leven geconfronteerd met drugsbendes, geweld en tienerzwangerschappen. Het schrok me niet af. Sterker nog: ik was van de gezinnen in deze wijk gaan houden. Door de jaren heen was ik een vast en betrouwbaar gezicht geworden voor de kinderen en tieners. Ik voelde me geroepen om fulltime mee te bouwen aan Gods koninkrijk op aarde, en was van plan om voorgoed te emigreren naar Amerika om me daar voor hen in te zetten. Ik had al een huis, een auto en een baan gevonden, maar uiteindelijk gooide mijn visumaanvraag roet in het eten. Na 2,5 jaar proberen moest ik mijn droom opgeven. Ik was 24 jaar en voor mijn gevoel lagen de meest betekenisvolle jaren van mijn leven al achter me.

In de grote tent van Opwekking sprak Bill Wilson de – voor mij – levensveranderende woorden: “One man can make a difference!” (één mens kan verschil maken). De Bijbel staat vol met voorbeelden van mannen en vrouwen die dit hebben bewezen. En mensen als Bill Wilson laten zien dat God nog altijd grote dingen mogelijk maakt door individuen heen. Beschaamd realiseerde ik me dat ik eens had geloofd dat ook ik verschil kon maken in deze wereld, maar vanwege de teleurstelling over mijn vervlogen dromen was ik dat geloof kwijtgeraakt. Bij de oproep na de preek rende ik naar voren en viel op mijn knieën voor God neer, terwijl ik bad: “Heer, ik ben van U. Gebruikt U mij maar zoals U wilt en waar U maar wilt. Ik ben beschikbaar.” Sindsdien zet ik me met hart en ziel in voor tieners en jongeren.

Jongeren voorop

De kerkverlating onder jongeren in de afgelopen decennia is enorm geweest. Christelijk Nederland reageert hierop door het organiseren van allerlei prachtige activiteiten en evenementen. Ik geniet erg van alles wat aangeboden wordt, en ik zie God erdoorheen werken. Maar het gevaar van consumentisme dreigt. Als jongeren alleen komen om te ontvangen, slaan we de plank mis. Wat zou er gebeuren als jonge gelovigen in deze tijd en in dit land écht opstaan in geloof en het verschil gaan maken?
Als we kijken naar de kerkgeschiedenis, zien we dat de kerk lang niet altijd in haar kracht heeft gestaan. Er waren tijden dat er maar weinig gebeurde. Er waren ook tijden dat de kerk zich bezighield met verschrikkelijke dingen en bekendstond als een corrupte bende. Maar er waren ook tijden dat de kerk floreerde. Dat de kerk echt verschil maakte. Dat er doorbraken waren van Gods liefde en kracht. En bijna altijd gingen jongeren hierin voorop.
Johannes Calvijn was 26 jaar toen hij een van de belangrijkste publicaties voor de Reformatie uitbracht. De wereldberoemde spreker Charles Spurgeon was 16 jaar toen hij voor het eerst voorging. Fanny Crosby, die blind was maar duizenden aanbiddingsliederen schreef die nog altijd gezongen worden, begon met schrijven toen ze nog maar een tiener was. De opwekkingsprediker George Whitefield sprak op zijn 21e voor 40.000 man. David Wilkerson, bekend van het boek Kruis in de asfaltjungle was 28 jaar toen hij zijn bediening in de achterbuurten van New York begon. In tijden waarin Gods leven, liefde en kracht doorbraken in de kerk – door alle tijden heen – waren het veelal jongeren die in de naam van Jezus Christus dingen in beweging zetten.
Jongeren zijn in staat om met hun passie, energie en onbevangenheid ook de kerk in Nederland wakker te schudden en in dit land vernieuwing te brengen. Wat zou er in ons land gebeuren als jongeren in deze tijd geloven dat zij het verschil kunnen maken?

Boeren, atleten en soldaten

De volgende generatie heeft ontzettend veel potentie, maar zelden staan jongeren uit zichzelf op. Zij moeten gezien en bekrachtigd worden door de generaties vóór hen, en ruimte krijgen om op te staan en hun plek in te nemen. Paulus begreep dat.
Toen Paulus wist dat het einde van zijn leven – en daarmee van zijn bediening – in zicht kwam, keek hij naar de volgende generatie om het stokje van hem over te nemen. Een van zijn opvolgers was Timotheüs. Paulus hield veel van hem. Timotheüs was als een zoon voor hem. En Paulus vroeg hem om door te gaan waar hij eindigen zou. Het is goed voor te stellen dat Timotheüs niet stond te springen om deze nieuwe positie. Hij was bang. Dit kon hem alles kosten, zelfs zijn eigen leven. En hij was jong. Wat had hij nou te vertellen?
Timotheüs dacht klein over zichzelf, maar Paulus wees hem op zijn kracht. In 2 Timotheüs 2:1-8 vergelijkt hij Timotheüs met een boer, met een atleet en een soldaat. Wat die doen, is niet altijd makkelijk. Het kost ze veel. Ze moeten het beste van zichzelf geven. Maar alle drie zijn zij bereid om tot het uiterste te gaan: voor de oogst, voor de winst, voor de koning. Ploeteren, zwoegen en strijden zullen ze, totdat ze hun doel hebben bereikt. Zo zal ook een christen in dit leven Gods doelen nastreven, en het verschil maken. Want een christen leeft niet voor zichzelf, maar alleen voor Jezus. En dat is volgens Paulus de reden, waarom de jonge Timotheüs sterk moet zijn en zijn plek in moet nemen.

Ruimte

Die gedachte klinkt ook door in de digitale Pinksterconferentie van dit jaar, waarbij het hoofd- en het jongerenprogramma de handen ineenslaan. Youth.Opwekking verzorgt het avondprogramma, maar natuurlijk zijn deze samenkomsten opgezet voor iedereen. Opwekking hoopt daarmee een inspirerend voorbeeld te geven aan kerken in ons land. Jongeren zitten niet in onze kerken om vermaakt te worden. Ze zijn er om ingezet te worden, om met hun eigen unieke inbreng mee te bouwen. Net zoals in eerdere tijden in de kerkgeschiedenis kan een frisse wind van Gods Geest gaan waaien in ons land als de volgende generatie de ruimte krijgt én die ook inneemt.

Jongeren hebben het nodig om van eerdere generaties in de kerk te horen dat Jezus hen wil inzetten om zijn plannen te verwezenlijken. Ze zijn geen toeschouwers van onze diensten en evenementen. Ze zijn boeren, atleten en soldaten die zich volledig inspannen voor de allerhoogste naam. De naam van Jezus. Het is voor zijn naam en door zijn naam. Bill Wilson sprak tot mijn hart toen hij zei: “One man can make a difference”. Het gaat niet om competenties, kennis of ervaring. En nee, ook niet door leeftijd. Alleen Jezus zelf stelt ons in staat om in dit land en in deze generatie echt van betekenis te zijn. Daarom voeg ik aan de woorden van Bill Wilson toe: “Because one Man made the difference” (omdat één Man het verschil maakte). Als de jongeren in onze kerken dat – met hulp van de ouderen – echt gaan begrijpen, geloof ik dat de beste tijd van de kerk van Jezus Christus in ons land nog komt.

Mark Stoorvogel is getrouwd met Christina. Hij is een van de pastors van De Stadskerk in Groningen en geeft leiding aan het jongerenevent Kingdom Culture en aan de tweede locatie van de kerk in de binnenstad. Hij is daarnaast de schrijver van de nieuwe jeugdwerkmethode ‘Reflect – Jeugdwerk dat gaat over Jezus’. Mark maakt deel uit van het visieteam van Youth.Opwekking.