Het wonder van dichtbij
Vanaf het Bijbelboek Exodus zien we dat er afstand komt tussen God en mensen. Maar Pinksteren is het wonder van dichtbij. Zo mogen wij vanuit de nabijheid van God de wereld tot zegen zijn.
In het begin was God dichtbij. We lezen hoe God de hof van Eden aanlegt, hoe Hij Adam in slaap brengt en in de koelte van de avondwind door de tuin wandelt. De communicatie tussen God en mensen is direct en van nabij. Dat blijft het patroon in Genesis, ook na de zondeval. God spreekt persoonlijk en emotioneel met Kaïn, bezoekt Abraham bij zijn tent, worstelt met Jacob in de rivier, staat Jozef terzijde.
Dat beeld verandert in het tweede boek van de Bijbel, Exodus. De ontmoeting met God wordt minder direct, meer versluierd. God verschijnt aan Mozes, verborgen in een vuur. De eerste woorden die we God in de Bijbel tegen Mozes horen zeggen, zijn: Kom niet dichterbij. Er moet een zekere afstand blijven tussen God en mensen. God gaat in Exodus schuil achter wolken, vuur en winden. Er moeten afstanden worden overbrugd om dichter bij God te komen. Mozes wordt de eerste bergbeklimmer uit de geschiedenis. Minimaal acht keer zien we hem de 2285 meter hoge Sinaï beklimmen om dichter bij God te komen.
Afstand en nabijheid
Er treedt afstand op tussen God en mensen. God gaat wonen in de tabernakel, en later in de tempel. En hoewel je als mens dichterbij kunt komen, bleef er altijd een veilige afstand. Wilde je in die tijden echt dichter bij God komen, dan moest je vermetel zijn. Een paar adembenemende keren lezen we hoe mensen de moed opvatten om ‘dichter bij’ God te komen. In Genesis 18 lezen we hoe God Abraham vertelt wat Hij met Sodom en Gomorra van plan is. In vers 23 lezen we dan: Abraham ging dichter naar hem (de Heer) toe en vroeg: ‘Wilt u dan behalve de schuldigen ook de onschuldigen het leven benemen?’ Abraham sprong ertussen. Voor mensen van wie hij evengoed als God wist dat ze slecht waren. Wat volgde was een koud staaltje Midden-Oosters onderhandelen.
In Exodus 20 is heel het volk Israël getuige van donderslagen, lichtflitsen, het schallen van de ramshoorn en rook die uit de berg kwam. We lezen: Bij die aanblik deinsden ze achteruit, en ze bleven op grote afstand staan. (…) En terwijl het volk op een afstand bleef staan, ging Mozes naar de donkere wolk waarin God aanwezig was.
Heimwee
De afstand tussen God en mensen heeft mensen door de eeuwen heen tot heimwee gebracht. In de Psalmen lezen we hoe mensen verlangen naar ‘de voorhoven van de Heer’, hoe mensen God missen. Psalm 63 heeft mijn hart in deze context altijd diep geraakt:
God, U bent mijn God, U zoek ik,
naar U smacht mijn ziel,
naar U hunkert mijn lichaam
in een dor en dorstig land, zonder water.
Het is deze heimwee die mensen jaar na jaar hun woonplaatsen doet verlaten, om de reis naar Jeruzalem, naar God, te maken. Dagenlang wandelen ze over bergen en door dalen. Alles, om maar dichterbij te komen. Eenmaal in Jeruzalem zijn ze dichtbij. Het heilige der heilige blijft echter ondoordringbaar terrein.
Het verlangen naar God voelt in de Psalmen vaak als een gebroken hart. Het is vanuit dit gebroken hart dat mensen huis en haard verlaten, enorme afstanden afleggen, alles om te naderen tot God. Het is de gebrokenheid van het gemis die maakt dat mensen heel zijn in hun relatie met God.
Immanuël
Vanuit de voortdurende spanning tussen afstand en nabijheid is de naam die Jezus in het evangelie van Mattheüs krijgt revolutionair. De engel vertelt Jozef in een droom: De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven, wat in onze taal betekent: ‘God met ons.’
Immanuël. Het is de naam van Jezus door het evangelie van Mattheüs heen. Waar twee of drie mensen samenkomen in de naam van Jezus, daar zal Hij zijn. ‘Immanuël.’ Wat je hebt gedaan aan de minste van de broeders en zusters van Jezus, dat heb je aan Christus zelf gedaan. Wil je weten waar je Hem vindt? Bij de armen, de gevangenen, de vluchtelingen. Daar is Hij. Immanuël. En ook aan het slot van het evangelie, wanneer Jezus zijn discipelen de wereld inzendt om daar zijn liefde te delen. En zie, ik ben met jullie, tot aan de voleinding van de wereld. Immanuël.
Ik ben daar
Het doet me denken aan de slotwoorden van Tom Joad aan zijn moeder. In het monumentale boek De druiven der gramschap moet een arm Amerikaans boerengezin vluchten voor de mechanisatie van de landbouw. Ze trekken naar het westen, naar Californië. Daar is werk. Daar hangen sinaasappels zo groot als meloenen aan de bomen. Maar het westen heeft nauwelijks werk voor de vluchtelingen. De armen worden aan de onderkant van de samenleving vertrapt als kakkerlakken. Tom Joad moet op een gegeven moment vluchten voor zijn leven. Zijn laatste woorden aan zijn moeder luiden: ‘Ik zal overal in het donker zijn. Waar je ook maar kunt kijken – waar ruzie is, zodat hongerige mensen kunnen eten, daar ben ik. Waar politieagenten jongens in elkaar slaan, daar ben ik.’
De toespraak van Tom Joad is een weergave van Jezus zoals Mattheüs Hem ons toont. In Christus is God dicht bij mensen in nood. Dicht bij mensen die samenkomen in zijn naam. Dicht bij zijn kerk die de Grote Opdracht serieus neemt.
Wanneer de discipelen Jezus ontmoeten op de berg in Galilea, staat er dat een aantal van hen in aanbidding neervielen, en dat anderen twijfelden. De Joodse rabbi Abraham Joshua Heschel schreef: ‘Sommigen van ons blozen, anderen hebben een masker op. Het geloof vormt een blos in de aanwezigheid van God.’ Het is in de aanwezigheid van deze blos dat Jezus ‘dichterbij’ komt: En Jezus trad naderbij… en gaf zijn Grote Opdracht.
Wonder van dichtbij
Met Pinksteren wordt Gods Geest uitgestort, om Jezus voor altijd ‘dichtbij’ te brengen. In ons. Hij is ‘closer than our skin’, zoals Delirious? zingt. Dit ontzagwekkende mysterie blijft een blos op onze wangen brengen, blijft ons verwonderen, blijft ons verbazen.
Opnieuw is daar God, verborgen achter vuur, achter wolken, achter wind. Maar niet langer hoeven we bergen te beklimmen, woestijnen te doorkruisen, tempels te bezoeken om dichtbij te komen. Pinksteren is het wonder van dichtbij.
En toch blijft ook de heimwee. Blijft het verlangen. Blijft zo vaak het gemis. Niets is zo heel als een gebroken hart. Want overal om ons heen voelen we de afstand, de kilte die ontstaat wanneer mensen een leven leiden dat verwijderd is van God. Mattheüs laat ons zien dat God in Christus dichtbij is gekomen. En dat we dat met name mogen ervaren als wij samenkomen in zijn naam. Of wanneer we de armen, naakten, gevangenen omhelzen. Of wanneer wij Hem volgen tot aan de einden van de aarde. Daar is Immanuël, God met ons.
Pinksterconferentie
Dus is dit ons thema. Het thema van de Pinksterconferentie 2024. Een thema geboren vanuit heimwee. Een thema dat spreekt van ons verlangen naar God. En Gods verlangen naar ons. Laat ons dichterbij komen. Dichterbij dan ooit. Laat ons treden in de voetstappen van Abraham. Van Mozes. Zodat we vanuit de nabijheid van God de wereld tot zegen mogen zijn.
Henk Stoorvogel