Skip to main content
16 december 2022

In blijde verwachting

We zijn in verwachting! Er is nieuw leven op komst! Deze woorden zouden niet misstaan op een geboorteaankondiging, maar in werkelijkheid verwoorden ze de hartenklop van iedere christen. De verwachting van Jezus’ komst kleurt ons leven.

Voor mij hangt het vieren van Jezus’ geboorte altijd samen met het uitzien naar zijn terugkomst. Ik wil me daarom niet laten overvallen doordat het ‘ineens’ kerst is en dus staat er in de adventsweken bij ons een schaal met vier kaarsen op tafel. Iedere zondag wordt een extra kaars aangestoken, net zolang tot op kerstochtend alle kaarsen branden.

Bewust uitzien naar Jezus’ terugkomst, dat deden ook de eerste christenen. Petrus schreef: Dit moet u allereerst weten, dat er in het laatste der dagen spotters zullen komen, die naar hun eigen begeerten zullen wandelen en zeggen: Waar is de belofte van Zijn komst? (…) Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen. Maar de dag van de Heere zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden. Als deze dingen dus allemaal vergaan, hoedanig behoort u dan te zijn in heilige levenswandel en in godsvrucht; u, die de komst van de dag van God verwacht en daarnaar verlangt, de dag waarop de hemelen, door vuur aangestoken, zullen vergaan en de elementen brandend zullen wegsmelten. Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. Daarom, geliefden, terwijl u deze dingen verwacht, beijver u om onbevlekt en smetteloos door Hem bevonden te worden in vrede en beschouw het geduld van onze Here als zaligheid… (2 Petrus 3:1-15a).

Wat hebben we een heerlijke toekomstverwachting: nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont! In een wereld vol onrecht is dat een vooruitzicht waar ik echt blij van word. Het motiveert me ook om nú al zó te gaan leven zoals we dat straks zullen doen. Zoals Matthijn Buwalda zingt in zijn lied Zo wil ik leven: “Het lijkt soms of de wereld met plakband aan mekaar hangt… Er zijn tranen en onmacht… En ik weet niet, nee, ik weet niet hoe het beter moet, maar misschien kunnen we eens doen alsof de liefde al gewonnen heeft. Je wint als je vertrouwen geeft. Zo wil ik leven!”

Uitzien

Dat is praktisch leven ‘in blijde verwachting’. Wie zo leeft, loopt alvast vooruit op de toekomst. De christenen aan wie Petrus zijn brief richtte ‘verwachtten’ de komst van de dag van God en ‘verlangden’ daarnaar. En ook al duurde het volgens sommige spotters nogal lang, Petrus maakte duidelijk dat het zomaar ineens kon gebeuren. Jezus komt plotseling, of we er nu bewust naartoe of juist volledig aan voorbij leven.
Toch maakt het wel degelijk verschil welke plaats die verwachting van Jezus’ komst heeft in je leven. Omdat u hiernaar uitziet, geliefde broeders en zusters, moet u zich inspannen om smetteloos, onberispelijk en in vrede door Hem te worden aangetroffen, spoort Petrus ons aan (2 Petrus 3:14 NBV21). Wie uitziet naar de terugkomst van Jezus, laat zijn gedrag daardoor beïnvloeden.
Dat zie je bijvoorbeeld ook bij de christenen in Kolosse. Paulus schrijft in zijn brief: Wij hebben gehoord dat u op Christus Jezus vertrouwt en ook uw medegelovigen liefhebt. Deze liefde komt voort uit de verwachting die u hebt van de toekomst die u in de hemel wacht (Kolossenzen 1:4-5, HB). Je toekomstverwachting en je leven vandaag staan met elkaar in verband.

Wij zien Jezus

Iemand met zo’n sterke toekomstverwachting was Simeon. Hij wordt in de periode rond kerst vaak in preken genoemd. Simeon was rechtvaardig en godvrezend, vertelt Lukas, en hij verwachtte de vertroosting van Israël. Sterker nog, hij had een heel specifieke verwachting van de komst van de Messias: Het was hem door de Heilige Geest geopenbaard dat hij niet zou sterven voordat hij de Messias van de Heer zou hebben gezien. Gedreven door de Geest kwam hij naar de tempel, en toen Jezus’ ouders hun kind daar binnenbrachten om met Hem te doen wat volgens de wet gebruikelijk is, nam hij het in zijn armen en loofde hij God met de woorden: ‘Nu laat U, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals U hebt beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die U bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk’ (Lukas 2:26-32, NVB21).

Simeon zag de redding die God bewerkt had voor alle volken. Hij had op dat moment alleen maar een baby’tje in handen. Hoezo, redding voor de wereld? Maar voor Simeon was het voldoende. De Messias was gekomen – en zoals de Engelsen zo mooi zeggen, ‘the rest was history’.

Waar Simeon Jezus zag als de Messias aan het begin van zijn aardse bediening, zo zien wij Jezus op de troon in heerlijkheid, in zijn hemelse bediening. Daar doet Hij voorbede voor ons en bereidt Hij een plek voor ons. En zoals Simeon met zijn geestesoog al vooruitzag naar een heerlijke toekomst, zo mogen ook wij leven vanuit de volste zekerheid dat God zijn reddingsplan tot in detail zal uitvoeren.

Maak je klaar!

Magiërs, wijzen of koningen – wie deze mannen ook waren die kwamen om Jezus te zoeken en eren (Mattheüs 2:1-11) – het is opmerkelijk dat juist Mattheüs over hen spreekt. Mattheüs schreef zijn evangelie namelijk met een specifieke doelgroep in gedachten: zijn Joodse volksgenoten die al eeuwenlang uitzagen naar ‘de Zoon van David’.
Met een verwijzing naar vele oudtestamentische profetieën wilde hij laten zien dat Jezus hun langverwachte Messias en Koning was. Daarom schrijft Mattheüs dat deze voorname reizigers kwamen om ‘de Koning der Joden’ te aanbidden en verwijst hij naar de profetie uit Micha waar Jezus de Leidsman Die Mijn volk Israël weiden zal wordt genoemd (Micha 5:1). Zij gingen naar Bethlehem en vonden het kind, maar in Hem zagen zij een Koning!

Ook de discipelen van Jezus beseften dat Hij de beloofde Messias en Koning was. Nadat Jezus uit de dood was opgestaan, vroegen zijn leerlingen dan ook: Here, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? Ze verlangden ernaar dat Jezus zijn koningschap zou uitoefenen op aarde, en dan met name in Israël. Maar Jezus zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde (Handelingen 1:6-8).

Wij weten de dag waarop Jezus terugkomt net zomin als de discipelen. Maar de verwachting van zijn komst mag ons dagelijks leven kleuren. Gevuld en gedreven door de Heilige Geest mogen we voorlopers zijn van Hem. Net als Johannes de Doper mogen we zeggen: Het koninkrijk is nabij. Maak je dus klaar!

Adventskrans

De eerste adventskrans werd in 1839 bedacht door de Lutherse theoloog Johann Hinrich Wichern. Hij ving veel kinderen op uit armoedige gezinnen, die hem vaak vroegen wanneer het eindelijk kerst was. Daarop besloot hij uit een houten wiel een krans te maken met vier grote en 24 kleine kaarsen. Voor deze kinderen kon het niet snel genoeg gaan, maar mij helpen die eenvoudige kaarsen juist om de drukke dagen te vertragen en bewust toe te leven naar Jezus’ komst – diep van eeuwen geleden in Bethlehem en zijn terugkomst in de nabije toekomst.

Joyce de Jongh