Skip to main content
25 maart 2022

Moesje Alt – 50 jaar zendelinge in Nederlands-Indië

In de eerste helft van de twintigste eeuw was de Nederlandse Margot (Moesje) Alt actief als zendelinge in Nederlands-Indië (Indonesië). Onder haar bediening kwamen velen tot geloof en werden gedoopt.

Als zendelinge en pleegmoeder werd Margot Alt een geestelijke moeder voor velen, en werd het gangbaar om haar als ‘Moesje’ aan te spreken. Margot schreef gedurende haar leven ook vele gedichten en was nauw betrokken bij de liedbundel Glorieklokken waarvoor ze onder meer het lied Lichtstad met uw paarlen poorten vertaalde en aanvulde.
Margot Alt ging in 1903 op achttienjarige leeftijd in Indonesië (het toenmalige Nederlands-Indië) aan de slag als kinderjuffrouw. De keuze om naar Nederlands-Indië te gaan was een bewuste: al sinds haar vroege tienerjaren verlangde Margot ernaar om daar het evangelie te verkondigen. In latere jaren raakte ze die zendingsdrang een tijdlang kwijt, maar haar interesse in Nederlands-Indië bleef. Achteraf besefte ze dat dat Gods werk was.

Spiritisme

Margot was christelijk opgevoed. Na het overlijden van haar moeder groeide ze vanaf haar vierde jaar op bij haar grootouders,. Haar oma was een zeer gelovige vrouw die trouw naar de kerk ging. Maar bij Margot raakte het geloof in de loop van de jaren steeds meer op de achtergrond. Weliswaar deed ze op achttienjarige leeftijd belijdenis maar dat was vooral om haar oma een plezier te doen. In dezelfde tijd verdiepte ze zich in het spiritisme, onder invloed van haar broer Bram die daar veel mee bezig was.
Margot bleef drie jaar lang werkzaam als kinderjuffrouw. In die jaren was ze vaak ziek als gevolg van malaria. Haar hele leven ondervond ze hiervan de gevolgen. Het geloof raakte steeds meer op de achtergrond. Na het bericht dat haar oma was overleden, schreef ze een gedicht over het verlies van haar kindergeloof in het bestaan van God. Ze was inmiddels werkzaam als verpleegster in een psychiatrische kliniek op Oost-Java. Een collega-verpleegster hield spiritistische seances en Margot deed daar een aantal keer aan mee.

Bekering

Na verloop van tijd begon Margot steeds meer last te krijgen van haar ‘zenuwgestel’. Ze was bang om krankzinnig te worden en was niet meer in staat om te eten of te slapen. In haar autobiografie schreef ze hierover: “God trad met mij in het gericht. Mijn zonden en duizenden tekortkomingen flitsten in mij als een film voorbij.” Toen knielde ze voor het eerst na vele jaren neer om te bidden. Na een lange tijd van gebed kon ze voor het eerst rustig slapen. En bij het wakker worden besefte ze: “Jezus heeft mijn zonden vergeven en ik ben een kind van God geworden.”
Vanaf dat moment veranderde haar leven radicaal. Ze brak met het spiritisme en sloot zich aan bij de Zevendedagsbaptisten, waar ze zich in 1910 liet dopen. In hetzelfde jaar ging ze werken als zendingszuster in een armenkolonie in Tajoe. Deze kolonie was opgezet door de op Java geboren Marie Jansz die als zendelinge verbonden was aan de Zevendedagsbaptisten in Haarlem.
In 1912 werd Margot voor het eerst pleegmoeder toen ze de zorg kreeg voor een driejarig meisje dat door haar moeder was afgestaan. In 1914 kreeg ze van God een roeping om in het islamitische Gambang Waloeh een eigen psychiatrische kliniek op te zetten. Margot – die inmiddels Moesje werd genoemd – stichtte er een kerk en een school. Ook kreeg ze een tweede pleegkind en vele weeskinderen onder haar hoede.

Geestesdoop

In 1923 ging Moesje Alt over naar de pinksterbeweging. Al vele jaren was ze op zoek naar de doop met de Heilige Geest waarover ze gelezen had in het tijdschrift Spade Regen. Ze verlangde naar de ‘volle pinksterzegen, met vreemde talen, gezondmakingen, profetie – maar bovenal de liefde’. Toen in 1923 de pinksterbeweging opkwam in Nederlands-Indië vond Moesje daarin een antwoord.
In 1926 ontving ze de doop met de Heilige Geest waarna ze zichzelf in vreemde klanken hoorde spreken en zingen. Kort daarna riep ze haar ‘gezin’ van 46 kinderen en haar gemeente bij elkaar en vertelde wat er met haar gebeurd was. Velen van hen ontvingen ook de Geestesdoop en er brak een opwekking uit onder het bergvolk.

Reizend evangeliste

Sinds haar doop in de Heilige Geest werd Moesje steeds vaker uitgenodigd om in pinkstergemeenten te spreken. Ook riep God haar om een liederenbundel uit te geven. Dat leidde tot de uitgave van de bundel Glorieklokken. Ze nam tevens de redactie van het tijdschrift Gouden Schooven op zich. Elk nummer begon vanaf dat moment met een gedicht of lied, meestal van Moesje zelf.
In 1929 werd Moesje door de Pinkstergemeente Nederlands-Indië (PGNI) aangesteld als reizend evangelist over Nederlands-Indië. In 1932 werd ze tevens voorganger van een pinkstergemeente in Kediri. In de vier jaar dat ze er voorganger was, werden meer dan vierhonderd bekeerlingen gedoopt.
Vier jaar later volgde een breuk met de PGNI. Steeds vaker moest ze zich verdedigen tegen kritiek op haar leiderschap omdat zij vrouw was. Zij zou niet mogen spreken, zieken zalven of avondmaal bedienen. Moesje vervolgde haar werk onder een afsplitsing die de naam Pinksterzending kreeg. Dit kerkgenootschap groeide uit tot zeventig gemeenten.

Onafhankelijkheid

Met de inval van de Japanners in 1942 veranderde alles. In 1943 werd Moesje gearresteerd en haar wachtte de doodstraf door onthoofding. Vanwege haar leeftijd, ze was op dat moment zestig jaar, werd de doodstraf omgezet naar gevangenisstraf in een van de jappenkampen. Na de bevrijding, na drie jaar van zware ontberingen, kon ze haar werk in Soerabaja voortzetten.
In de daaropvolgende jaren ontbrandde er een onafhankelijkheidsstrijd in Nederlands-Indië en in 1951 was de situatie zo onhoudbaar dat de meeste Nederlanders het land verlieten. Moesje besloot haar missie voort te zetten op Nieuw-Guinea waar zij nog tien jaar werkzaam zou zijn als evangeliste.
In 1961 riep God haar naar Nederland. Door Johan Maasbach was zij gevraagd om de leiding over een gemeente in Arnhem op zich te nemen. Maar voordat ze aan die taak kon beginnen, overleed Moesje Alt onverwachts op 22 maart 1962.

Cees van der Laan schreef een uitvoerig boek over het leven van Moesje Alt. Meer info: cvdlaan@psalm16.nl

Henk Dik