Skip to main content
25 maart 2021

Rouwen in de schaduw van het kruis en leven in het licht van de opstanding

Pasen is het feest van de opstanding, de overwinning over de dood. Tegelijkertijd rouwen veel mensen in deze tijd om een persoonlijk verlies. Jezus geeft ruimte voor beide.

Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. (…) Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden(Prediker 3:4, 11b NBV). De 40-dagentijd voorafgaand aan Pasen heeft in zichzelf een dubbele boodschap. Aan de ene kant wordt er meegeleefd en toegeleefd naar de gruwelijke dood van Jezus aan een kruis, en tegelijkertijd wordt er uitgekeken naar de geweldige overwinning door zijn opstanding uit de dood. Het is zonder meer belangrijk om dit soort gedenkperiodes te hebben. Sterker nog, Pasen zou, als belangrijkste feest van het christendom, meer aandacht moeten krijgen, meer diepgang. Ik besef echter ook dat wij als toeschouwers die het einde van het verhaal al kennen, een bevoorrechte positie hebben. Met het risico dat we belangrijke elementen van het verhaal missen. Zoals het verdriet, de angst en de diepe rouw die Jezus’ vrienden en volgers te verwerken kregen. Kunnen we ons voorstellen hoe het voor zijn vrienden geweest moet zijn?

Lastig

Rouw is een belangrijk thema in de Bijbel. Denk maar aan het verhaal van Job, de Psalmen, en wat te denken van een heel boek als de Klaagliederen van Jeremia. Zelfs Jezus, die ‘man van smarten’ genoemd wordt in Jesaja 53:3, huilde om de dood van zijn vriend Lazarus. En hoewel sommige Bijbelleraren zeggen dat Hij huilde om het ongeloof van de omstanders, denk ik zelf dat Hij huilde omdat het gevolg van de zonde, de dood, zo zichtbaar werd. Ook in de jonge kerk, waar de vervolging vele doden tot gevolg had, was ruimte voor rouw en verdriet.
Toch is het in de moderne christelijke geloofsbeleving een lastig thema. Ook binnen de evangelische en pinkstergroepen, waar mijn eigen ‘roots’ liggen, is dit vaak onvoldoende bespreekbaar. Niet alleen rouwen ná verlies of lijden, maar ook het proces van rouw tíjdens de situatie, bijvoorbeeld bij een ziekte met mogelijk sterven als gevolg. Ik ken te veel verhalen van mensen die, terwijl ze ernstig ziek waren, geen afscheid wilden nemen van geliefden omdat dit een teken zou zijn van ‘gebrek aan geloof’, wat genezing in de weg zou staan. Of situaties waar mensen na het verlies van een geliefde aangespoord werden om vooral niet te veel ruimte te geven aan verdriet, maar in plaats daarvan de ogen gericht te houden op de toekomst met Jezus, die immers enkel vreugde is.

Miljoenen doden

Op dit moment rouwt de wereld om miljoenen doden als gevolg van corona en de crisis is nog niet voorbij. Daarbij moeten we niet vergeten dat corona niet de enige (dodelijke) ziekte is waarmee we te kampen hebben. Bovendien gaat rouwen verder dan ziekte alleen. Rouwen kun je ook om de gevolgen voor mensen die ziek geweest zijn, de crisis van verloren banen en ondernemingen die omvallen. Het gaat over dromen die kapot zijn en levens die versneld in een transitie komen. Hoe gaan wij, volgers van Jezus, met rouwen om? We zouden elkaar als gemeenschap en de wereld een grote dienst bewijzen als hier meer ruimte voor is. Rouw verdwijnt namelijk niet door het er niet over te hebben. Ik denk zelfs dat we als kerk een deel van ons doel missen door niet de veilige plek te zijn waar ruimte is voor het rouwproces, vanuit Bijbelse waarheid en perspectief.

Fases

Pete Scazzero, een Amerikaanse voorganger en oprichter van Spiritual Healthy Discipleship (geestelijk gezond discipelschap), beschrijft drie Bijbelse fases van rouw: herkenning (tijd nemen), reflectie (stilte) en transitie (van oud naar nieuw).

  • Herkenning (tijd nemen, aandacht)
  • Reflectie (voelen)
  • Transitie (opstaan, van oud naar nieuw)

Perspectief

Het bijzondere van het Paasverhaal is dat we het heel persoonlijk kunnen maken. Stel je eens voor dat je met Jezus en zijn vrienden wandelt. En dat Hij, nadat we een heel stuk naast Hem mochten lopen, ons aankijkt en zegt: “Vanaf hier moet Ik alleen verder. Dit kun jij niet doen, wat je ook probeert.” En dan loopt Hij verder, alleen, en Hij gaat de berg op waar Hij rouwt. Het verdriet en de angst voor wat komen gaat zijn zo intens dat Hij bloed zweet en het uitschreeuwt: “Vader! als het toch kan… laat dit aan Mij voorbijgaan.” Dan kijkt Jezus om en ziet ons staan. Hij kijkt weer naar de Vader en zegt: “Maar laat het niet gebeuren zoals Ik het wil, maar zoals U het wilt.” Even later hangt Hij aan het kruis, alleen, en door God verlaten. De wereld wordt donker en rouwt. Wij staan samen met zijn vrienden en rouwen, in de schaduw van het kruis. Het voelt zwaar en hopeloos. Langzaam lopen we het leven weer in, is er nog hoop in onze rouw?
Wat ik zo bijzonder vind aan de verhalen die we lezen over de dagen na Jezus’ dood is dat er ruimte is voor tranen, verdriet, rouw en angst. Als de opstanding een feit is, en er in de hemel gejuich opgaat vanwege de overwinning over de zonden en over satan, loopt Jezus op aarde een tuin in. Daar komt Hij een vrouw tegen die vanwege haar vele tranen niet ziet dat het Jezus is. Liefdevol laat Hij zichzelf zien, en opnieuw zijn er tranen, maar nu van vreugde. Jezus loopt een weg op, waar twee mannen praten over hun verdriet en vragen. Liefdevol loopt Hij met ze mee en schuift aan tafel. Terwijl Hij opnieuw een brood breekt, herkennen zij Hem. Vol vreugde en met nieuw perspectief rennen ze terug naar Jeruzalem, het symbool van de aanwezigheid van God.

Pasen

Het verhaal van Pasen heeft in zichzelf een dubbele boodschap. Er is ruimte voor gebrokenheid en rouw, juist in een tijd als deze. Jezus omarmt ons en huilt mee met ons verdriet. Hij houdt van ons. En terwijl Hij onze tranen droogt, vertelt Hij ons over het kruis en de overwinning die daar behaald is. Hij slaat zijn arm om ons heen en loopt weer verder. Hij neemt ons mee van de schaduw van ons kruis naar het licht van zijn opstanding. Daar mogen we onze rouw afleggen en Jezus volgen als mensen van hoop.

Dit zal ik mij te binnen brengen, daarom zal ik hopen: Het zijn de gunstbewijzen des HEREN, dat wij niet omgekomen zijn, want zijn barmhartigheden houden niet op, elke morgen zijn zij nieuw, groot is uw trouw!(Klaagliederen 3:22,23 NBG).

Ruben Flach